Dans is kunst: ook wij zijn hedendaags
Zopas verscheen in het BOp-magazine van mei/juni een reportage over het dansproject dat we samen met Ultima Vez mochten realiseren. Het werd een superfijne ervaring, voor beide leefwerelden. En niet in het minst voor al de ouderen die erin stapten. Hedendaagse dans is niet alleen weggelegd voor jonge, gespierde elastieken lijven.
Wie de reportage in het Magazine wil lezen: klik gewoon door op de volgende link
Maar we hadden te weinig plaats om de integrale interviews met deelnemers Eva, Marc en Veerle af te drukken.
Dus plaatsen we deze hierna op onze website.
EVA D, 72
Achtergrond: Creatief actief in diverse domeinen, met een passie voor beweging, dans en cultuur. Slechtziend, maar met een opmerkelijke veerkracht en openheid over haar beperking.
1. Wat trok je aan om aan dit project deel te nemen?
Eva kende Ultima Vez nog niet, maar was meteen nieuwsgierig toen ze hoorde wat het project inhield. Aanvankelijk had ze een dubbel gevoel: dansen in een donkere ruimte is voor iemand met haar zicht een extra uitdaging. Toch is ze iemand die haar grenzen blijft aftasten, zelfs wanneer het moeilijk is. ‘s Nachts verplaatsen is lastig, maar ze blijft het doen. Toen duidelijk werd dat het in het project niet ging om perfectie, maar om zich emotioneel te laten gaan in beweging, voelde het voor haar als iets waardevols. Ze was wel wat bang om een last te zijn voor de groep, maar stapte erin met het idee: “ik kijk wel, en ik kan altijd uitstappen.”
Ze was verrast en blij om nog een andere slechtziende deelnemer te ontmoeten, al zag die persoon beter dan zij. Eva bevindt zich momenteel aan de grens van haar zicht: haar zicht is levenslang achteruitgegaan doordat de cellen in haar ogen afsterven. Sinds haar achttiende is dit proces ingezet, maar werd het pas laat echt herkend, ook door haar omgeving.
Ze heeft zich in het verleden verdiept in energetisch werk en vindt het idee van mensen voelen zonder ze te zien boeiend, maar in de praktijk blijft loslaten moeilijk. Waar zienden hun ogen kunnen sluiten en weer openen, heeft zij die controle niet. Juist daarom vond ze het bevrijdend om in een grote groep mee te bewegen, zich over te geven aan het moment.
De danswereld is niet altijd even toegankelijk. Vooral in de tangowereld, die ze als vrij macho ervaart, is het niet vanzelfsprekend om als blinde vrouw geaccepteerd te worden: de uitnodiging komt daar vaak via oogcontact. Des te meer bewondering heeft ze voor een blinde tangodanseres uit Buenos Aires die kampioenschappen wint. Wat ze tijdens dit project bij Ultima Vez deed, herkent ze in zichzelf: wanneer ze zich minder goed voelt, draait ze thuis als een tol rond de tafel en danst ze alles eruit.
2. Volg je nog andere activiteiten of cursussen?
Eva is erg actief. Ze doet aan tango, tandemt vaak, en gaat zelfs bergbeklimmen. Vooral bij bergbeklimmen is vertrouwen op anderen essentieel. Ze haalt daar ook haar sociaal contact uit. Ze bezoekt regelmatig BOZAR voor muziek, waar ze bekend is bij het personeel.
Vroeger tekende ze goed en erna probeerde ze ook beeldhouwen, maar dat werd gaandeweg moeilijker. Ook toen ze overstapte op keramiek dacht ze: dit is mijn ding niet helemaal.
In een groep van zienden geaccepteerd worden, vraagt vaak tijd. Mensen kunnen denken dat ze een last is of hen vertraagt, en dan moet ze zich soms extra bewijzen.
Afgelopen jaar maakte ze ook drie reizen, telkens gekoppeld aan haar passies: fietsen, wandelen en dans.
3. Momenten die het meeste zijn bijgebleven?
Geen enkel moment stoorde haar. Ze herinnert zich wel dat de 'bewegende foto' in het begin lastig was, vooral omdat er onstabiele kubussen stonden, maar de begeleider had dat gelukkig snel door. De combinatie van beweging en poseren vond ze uiteindelijk net heel leuk.
Een krachtig moment voor haar was toen ze haar witte stok erbij nam om te tonen dat ze slechtziend is, maar ze besloot plots om de stok weg te gooien. “Wat maakt het eigenlijk uit?” dacht ze. Die spontane daad gaf haar een gevoel van bevrijding.
Ze vertelt ook dat ze kort voor het project was gestopt met trainen voor de 20km van Brussel, vanwege zware kniepijn. Maar na deelname aan de drie dagen bij Ultima Vez voelde ze zich fysiek losser: de pijn in haar knieën was weg. Ze vermoedt dat het lag aan het verschil tussen lopen (veel schokken) en dansen (vloeiender bewegen en loslaten).
Een eindmoment vond ze net niét nodig. Er was niets dat bewezen moest worden. Ze vindt dat ouderen vaak betutteld worden en dat het bevrijdend was om gewoon deel te nemen zonder prestatiedruk, zonder te moeten tonen dat je nog “mee kan”. Als er een eindmoment was geweest, had iedereen zich willen bewijzen om zich te onderscheiden van de andere, minder lenige, ouderen.
4. Heb je nieuwe mensen leren kennen of bestaande contacten verdiept?
Ze kende al enkele mensen, maar ontmoette ook nieuwe gezichten die haar aangenaam verrasten. Voor haar is het niet evident om mensen te onderscheiden – “en als iemand mij niet aanspreekt, weet ik ook niet dat deze persoon bestaat (lacht).”
In het begin van haar deelnames bij BOp kreeg ze te maken met onbegrip. Zo stelde iemand ooit voor dat ze beter naar de Brailleliga zou gaan. In een yogales vroeg ze eens om het licht de eerste lessen wat feller te zetten zodat ze kon volgen, maar de rest van de groep (vijf mensen) weigerde dat. Anderzijds krijgt ze ook vaak opmerkingen als “je hebt een mooie uitstraling voor een blinde” – wat ze problematisch vindt. Want waarom zou een blinde persoon aantrekkelijker moeten zijn om aandacht of zorg te verdienen?
Tijdens het project voelde ze zich écht verbonden met de groep. Sommige mensen kenden haar al en waren verrast om haar daar te zien. Ze liet zich helemaal gaan in de dans – wat niet iedereen van haar verwacht had – en dat deed haar goed.
Ze was ook opgelucht dat het intergenerationeel was zonder kleine kinderen. Ooit liep ze in een supermarkt per ongeluk tegen een kind aan dat viel en zijn hoofd stootte. Dat incident heeft haar diep geraakt en wil ze niet herbeleven.
5. Denk je dat kunst bijdraagt aan welzijn?
Zonder twijfel. Eva is haar hele leven al gepassioneerd door dans en muziek. Als tiener ging ze naar musea wanneer ze zich niet goed voelde – het bracht rust en inspiratie. Nu ze blind is, mist ze dat aspect enorm. Ze gaat nog steeds naar musea, maar dan via beschrijvingen, en dat is niet hetzelfde. Pogingen om schilderijen tastbaar te maken via reliëf ervaart ze vaak als ontoereikend of zelfs zinloos.
Bij haar laatste bezoek aan de Biënnale van Venetië met een gids botste ze opnieuw op haar grenzen: veel werken bevonden zich in donkere ruimtes. Toch blijft ze geïnteresseerd en betrokken – maar de ervaring is fundamenteel veranderd.
6. Wat geeft jou energie of inspiratie in het dagelijks leven?
Beweging. En muziek. Bewegen is voor haar essentieel om zich goed te voelen.
7. Suggesties of werkpunten?
Geen specifieke opmerkingen. Misschien zou het interessant zijn om volgende keer met een andere choreograaf te werken, om te ervaren wat dat teweegbrengt.
MARC G, 64
Achtergrond: Architect en leraar
1. Wat trok je aan om aan dit project deel te nemen?
"De unieke kans om samen te werken met professionele dansers en te creëren op een locatie die hier speciaal voor is ingericht."
2. Volg je nog andere activiteiten of cursussen?
"Ja, bijvoorbeeld Chi Qong. Alles wat met beweging te maken heeft, spreekt me erg aan en geeft me energie."
3. Hoe heb je dit project ervaren?
"Ik heb er enorm van genoten en vond het moeilijk om één specifiek hoogtepunt te benoemen. Er was veel te ontdekken, waardoor het voelde als een cadeau. De drempel om deel te nemen was laag, en in alle opzichten was de omkadering uitstekend: de locatie, de ruimte die speciaal voor dit soort activiteiten is ontworpen, en de ontspanningsruimte."
"Daarnaast zorgde de combinatie van beide organiserende partijen voor een open, aandachtige en professionele begeleiding. Er was een fijne afwisseling tussen individuele bewegingsoefeningen en groepsinteracties. Dit bood de kans om mijn eigen lichaam en de mogelijkheden ervan beter te leren kennen, inclusief de grenzen en het brede spectrum aan bewegingen – van grootschalige tot zeer subtiele bewegingen."
"Wat me vooral opviel, was hoe intiem de ervaring was. Je stelt je bloot en komt dicht bij anderen, iets wat in andere omstandigheden misschien ongemakkelijk zou voelen, maar hier volledig natuurlijk was. Iedereen liet een stukje van zijn of haar persoonlijkheid en fysieke expressie zien."
"De ontspannen sfeer, de vrijheid om zelf te ontdekken en te experimenteren, en de niet-dwingende aanpak zorgden ervoor dat ik me welkom en op mijn gemak voelde. Soms was het intens en vermoeiend als we ons moesten focussen, maar over het algemeen was er een mooie balans tussen inspanning en ontspanning."
4. Heb je nieuwe mensen leren kennen?
"Ja, gedurende de drie dagen heb ik enkele contacten kunnen verdiepen. Er zijn een paar mensen die ik in de toekomst graag nog eens zou ontmoeten, maar dat hoeft niet geforceerd te worden – die kans komt vanzelf wel."
"De mix van deelnemers was bijzonder interessant, met verschillende leeftijden en ook mensen met een beperking. Dit bood een waardevolle kans om te leren hoe je op een respectvolle en open manier met anderen omgaat. In plaats van betuttelend of afstandelijk te zijn, leerde ik dat je simpelweg kunt vragen: "Wat heb jij nodig?" Er was ruimte voor dit soort bewustwording en wederzijds begrip."
5. Denk je dat kunst bijdraagt aan welzijn?
"Absoluut! Met 30 jaar ervaring in het onderwijs binnen de architectuur ben ik ervan overtuigd dat kunst en cultuur een belangrijke rol spelen in welzijn."
"Kunst is moeilijk in een hokje te plaatsen, maar uiteindelijk draait het om de manier waarop je de wereld en het leven vormgeeft. Het kan gaan om iets kleins, zoals hoe je een tafel dekt of hoe je mensen ontvangt – het gaat om die verhoogde aandacht, het durven vormgeven van momenten. Die artistieke dimensie zorgt voor een andere manier van samenzijn en beleven, en dat draagt bij aan mentaal welzijn."
6. Wat geeft jou energie in het dagelijks leven?
"Creatieve projecten in allerlei vormen en disciplines."
7: Kortom?
"Een bijzonder fijne, professioneel en mooi omkaderde, verrijkende workshop"
VEERLE, 67
Achtergrond: Ze werkte 45 jaar voltijds, begon op haar zestiende en haalde haar middelbaar diploma via de middenjury op haar 38ste. Ze groeide op in Congo, Canada en België. Doorheen haar leven verloor ze haar werk meermaals door herstructureringen. Sinds haar pensioen blijft ze actief via verschillende culturele en educatieve activiteiten.
1. Wat trok je aan om aan dit project deel te nemen?
Wat haar in dit project aansprak, was de manier waarop het werd voorgesteld: helder, met een duidelijke opbouw in fases en een voelbare energie die stilaan groeide. Ze kwam bij het project terecht via BOp en woonde eerst de lezing bij.
Ze vertelt dat ze jaren geleden al onder de indruk was dat Ultima Vez net de locatie aan Zwarte Vijvers had gekozen voor hun danshuis – een bescheiden, nederige keuze, volgens haar. Dat contrasteert voor haar met andere instellingen zoals WIELS, waar ze vindt dat de omgeving en de buurt weinig betrokken worden. Bij een open evenement daar merkte ze op dat niemand uit de buurt deelnam. Ze ervaart die wereld soms als elitair en gericht op een beperkt publiek – wat ze noemt "bakfietsouders" en een "eenrichtingspubliek". Veel mensen durven niet alleen naar een tentoonstelling of culturele activiteit gaan. Zijzelf is erg nieuwsgierig en doet dat wél, maar beseft dat die drempel voor anderen vaak hoog is.
2. Volg je nog andere activiteiten of cursussen?
Ze volgt danslessen aan de academie van Vorst, ook intergenerationeel. BOp ligt voor haar wat te ver, dus ze komt er minder vaak. Ze doet regelmatig activiteiten alleen, zoals zwemmen, fietsen of naar markten en tentoonstellingen gaan. Ze blijft actief bezig, volgt ook online cursussen (bijvoorbeeld over het weer), en heeft interesse in dans, muziek en notenleer. Ze zou graag meer initiatieven zien rond fysieke weerbaarheid, zoals een cursus ‘hoe leer je vallen’, met aandacht voor assertiviteit en lichaamsbewustzijn.
Het is niet simpel om samen intergenerationeel te bewegen want oudere mensen moeten altijd trager bewegen om hun lichaam niet te kwetsen en het is mooi om te zien hoe mensen zich uiten, ze heeft vroeger nooit gedanst, maar dansvoorstellingen zijn haar lievelingskunstvorm. Ze wou jaren geleden al eens een cursus dans voor oudere mensen volgen in Anderlecht maar de leraren daar waren altijd ziek. Vaak zijn dit soort cursussen ook duur en ze heeft niet het budget om dit vaak te doen.
3. Hoe heb je dit project ervaren?
Veerle noemt het een mooie ervaring. Ze vindt dat dit soort projecten ook een plaats zouden moeten krijgen binnen het aanbod van academies, specifiek gericht op ouderen. Voor haar onderscheidde het project zich door de focus op creativiteit en op het proces, eerder dan op het eindresultaat. Ze zag het als een vorm van creatief werken die niet beperkt is tot klassieke vormen zoals line dance of biodanza.
4. Heb je nieuwe mensen leren kennen of bestaande contacten verdiept?
Ze nam deel aan drie voormiddagen en kwam telkens alleen. Ze geeft aan dat het in België niet evident is om sociaal contact te leggen, mensen zijn hier niet zo open of sociaal. Zelf heeft ze ervaring met lesgeven (yoga), en merkt dat samenhorigheid vaak ontbreekt. Zes jaar lang heeft ze daar geprobeerd eens iets te organiseren, zodat de deelnemers zouden kunnen connecteren na de les, nooit is er iets van gekomen. Taal, diploma’s en status zijn allemaal zaken die mensen verdelen. In België is gewoon eens afspreken voor een koffie is niet zo evident, mensen hebben vaak hun leven al uitgewerkt en connecteren niet meer gemakkelijk.
5. Denk je dat kunst bijdraagt aan welzijn?
Ja, maar vooral op het niveau van de samenleving. Voor Veerle is cultuur essentieel om armoede te bestrijden. Mensen zouden volgens haar allemaal een basisinkomen moeten hebben waarmee ze huur kunnen betalen, maar ook toegang hebben tot cultuur en kunst. De echte grote armoede is als men geen inspiratie meer kan opdoen, geen geld heeft voor cultuur. Ze heeft zelf periodes van armoede gekend, waarin er geen geld was voor voeding, boeken of ontspanning. Eens op een ander niveau denken dan u dagelijkse beslommeringen.
Ze benadrukt dat kunst ook breder gezien mag worden: hoe je je kleedt, hoe je je huis inricht, of hoe je voor je omgeving zorgt – dat alles draagt bij tot welzijn. De jongeren die aan het skaten zijn op de pleinen doen ook aan een vorm van kunst, kunst is niet gerelateerd tot alles wat we in een museum kunnen zien. Schrijven, zingen, iets een bepaalde uitstraling geven,... Zelfs je haar doen. Bijvoorbeeld bij traditionelere culturen, hoe mensen daar hun kapsels versieren. Ook properheid is een manier van kunst: in een aangename wijk wonen, die wijk mooi maken.
Wat BOp doet is goed voor mensen hun gezondheid, bewegen is heel belangrijk en dat samen met kunst is heel goed. De aanwezigen vormden over het algemeen al een actieve groep; het waren niet de meest geïsoleerde mensen. Ze benadrukt ook de toegankelijkheid van het project: als er iemand in een rolstoel had deelgenomen, had die zeker op zijn of haar manier kunnen meedoen. Het ging niet om prestatie, maar om participatie. Zoals bij het samen schilderen van een muur: de ene maakt een bolletje, de andere een vierkant – ieders bijdrage telt. Dat er geen eindproduct was, vond ze net positief. Als het wél getoond zou worden, dan niet als ‘onze voorstelling’, maar als ‘kijk, dit was onze activiteit’.
6. Wat geeft jou energie in het dagelijks leven?
Nieuwsgierigheid en alles wat rond haar gebeurt. Ze haalt energie uit het leven zelf, uit de veranderingen van de seizoenen, alles is eenheid en samenhang.
7: Kortom?
Ze vond de omkadering van het project uitstekend: met respect, integriteit en aandacht voor het geheel. Volgens haar kunnen ook lesgevers en managers iets leren van deze aanpak: niet één iemand die beslist, maar een groep die samen creëert.
Met dank aan het Fonds Houillogne-Hanne & de Koning Boudewijnstichting.
Tekst: Lise De Meulemeester