Zowel in het BOp als in de bibliotheek van Ukkel organiseren wij een schrijfatelier. Dit atelier creëert een veilige en gemoedelijke omgeving waarbinnen we je willen stimuleren om te schrijven.
Interesse om vrijblijvend deel te nemen aan een schrijfatelier? Contacteer Bart Braeckevelt, bart.braeckevelt@bop.brussels, tel. 02 210 04 75.
Nieuwe vriendjes
Zondagavond, 1 december.
Samen met een Marokkaanse familie neem ik de metro aan de halte Eddy Merckx.
De Marokkaanse familie: twee mama’s, drie dochters, ik schat tussen 11 en 15 jaar, 2 jongens, ik denk tussen 9 en 11.
Oudste dochter en mama’s geladen met grote groene planten.
Op de banken links van mij, nemen de mama’s en de oudste dochter plaats, omringd door de groene planten.
Naast mij komt een meisje zitten, en rechtover mij nemen het derde meisje en de twee jongens plaats.
Ze beginnen een spelletje:
Ze tonen de onderkant van hun pols en tellen: un deux trois, un deux trois, en dan geven ze tikjes op de polsen van de anderen.
Grappig.
Plots, heel spontaan, presenteer ik hen ook de onderkant van mijn linker pols en ik tel luidop: één twee drie, één twee drie.
Ze kijken ietwat verschrikt op. Wat gebeurt er nu, hoor ik hen denken. Ik herhaal: één twee drie, één twee drie, en presenteer hen opnieuw mijn pols.
Het jongste jongetje, snapt wat ik bedoel, en hij tikt met zijn hand op mijn pols en herhaalt samen met mij: één, toewee, drrrie, één, toewee, drrrie,
Dan doen wij met vier verder: het meisje tegenover mij en de twee jongentjes. De mama’s, kijken eerder bezorgd. Wat wil die Belgische dame van ons?
Het meisje naast mij : madame, vous êtes Néerlandaise?
Ik : Non, je suis Belge, Néerlandophone.
En het spelletje gaat verder : un deux trois, één twee drie, één twee drie. De grotere broer : moi, j’apprends le Néerlandais à l’école
Ik : c’est très bien ça.
Het meisje naast mij : vous êtes institutrice, madame?
Ik : non, non.
Het meisje rechtover mij : où travaillez-vous?
Ik : je ne travaille plus, je suis déjà un peu plus âgée.
Het meisje naast mij : vous n’êtes pas beaucoup âgée, madame.
Ik lach, en de mama’s beginnen nu ook te lachen.
Samen tellen wij verder, in het Nederlands, één twee drie, vier vijf zes, zeven acht negen, De 3 jongsten doen flink mee en samen tellen wij zelfs tot twintig.
De karbonkeloogjes van het jongste jongetje blinken van fierheid.
Het andere jongetje : voulez-vous nous apprendre quelques petites phrases en
Néerlandais?
Ik : bien sûr
Ik : je suis, ik ben
De drie rechtover mij : ik ben, ik ben
Het meisje rechtover mij : oui, mais, vous êtes qui?
Ik : ik ben Claudine
De jongens herhalen : ik ben Claudine
Ik : ma maman est gentille, mijn mama is lief
wij samen : mijn mama is lief, mijn mama is lief
Ik : ma maman n’est pas fâchée, mijn mama is niet boos
wij samen : mijn mama is niet boos, mijn mama is niet boos
Het jongetje rechtover mij : madame, regardez ce que je fais à l’école:
En guitig begint hij met zijn armpjes te boksen.
Ik : attention, tu sais, moi, je fais de la boxe.
Zijn donkere oogjes kijken mij verwonderd aan.
Ik zie hem denken : wat krijgen wij nu… die oudere dame bokst?
en hij zegt : madame, on dit qu’un boxeur danse
Ik : oui, un boxeur n’est jamais à l’arrêt, il bouge toujours, comme s’il dansait.
Hij opnieuw : vous avez des animaux?
Ondertussen komen wij aan de halte ‘Comte de Flandres - Graaf van Vlaanderen’.
Ik krijg amper nog de tijd om het jongetje te antwoorden dat ik geen huisdieren heb, want de mama zegt iets, wat ik niet versta.
Ik denk dat ze zegt : wij moeten afstappen, snel snel.
Vlug zeg ik hen nog : B I S - L A M A H
En het jongste jongetje, draait zich nog even om, met een grote glimlach, ik zie hem opnieuw denken :
zij spreekt dan ook nog Arabisch B I S - L A M A H au revoir
Vanop het perron zwaaien ze naar mij, en ik zwaai terug. En toen waren mijn nieuwe vriendjes weg.
Een korte vriendschap van 20 minuutjes, ineens weg.
Mijn halte de Brouckère wordt aangekondigd.
Ik stap af en mijmerend, met een goed gevoel ga ik naar huis:
dit is toch veel mooier dan mensen die enkel nog met hun GSM praten. Maandag, 2 december
Claudine D.